Samenstellen van een groepje
Huiswerk afspreken, een planning maken, theorie en opgaven bespreken, (zelf)toetsen maken, proeven uitvoeren: groepjes van 3 à 4 leerlingen zijn zeer geschikt om dit soort werk gezamenlijk aan te pakken. Maar op welke manier stel je de groepjes samen? Twee tegenstrijdige belangen spelen een rol. Enerzijds moeten de leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor hun groepje en dat is alleen het geval als ze hun groepje zélf uitkiezen. Anderzijds kan dit keuzeproces leerlingen in een bijzonder onveilige situatie brengen ('muurbloempjes'). Het moet voor de klas duidelijk zijn dat iedereen het recht heeft om in een geschikt groepje te zitten. De docent heeft daarom de eindverantwoording voor de samenstelling van de groepjes.
Samenwerking
In de praktijk blijkt een groepje goed te kunnen samenwerken als de leden elkaar persoonlijk goed liggen en als hun motivatie om aan het werk te gaan gelijk is. Voor een goed functioneren van een groepje en voor uitbreiding van hun leerstijlrepertoire is het belangrijk dat verschillende leerstijlen in het groepje vertegenwoordigd zijn. De eis dat zoveel mogelijk verschillende leerstijlen in een groepje vertegenwoordigd zijn, kan 'muurbloempjes' helpen een groepje in te krijgen.
Leerstijl en motivatie-index
De leerlingen bepalen in de klas hun leerstijl op basis van de leerstijlen van Kolb. Deze leerstijlbepaling is als Excel-document binnen te halen.
Hun motivatie kunnen ze eenvoudig zelf vaststellen met behulp van de onderstaande motivatieindex, aangegeven met een A, B, C of D: A staat voor: 'Ik kom niet makkelijk aan het werk en als ik werk, ben ik gauw afgeleid.' D staat voor: 'Ik kom makkelijk aan het werk en als ik werk ben ik niet gauw afgeleid.' B is bedoeld voor 'als je tussen A en D inzit maar meer naar A neigt'. C is bedoeld voor 'als je tussen A en D inzit maar meer naar D neigt'.
Klasoverzicht
Leerlingen nemen in de klas zowel de Kolb-test als de motivatie-indeling heel serieus. Laat ze de resultaten in diezelfde les inleveren en verzamel ze in een klasoverzicht.
Asymmetrie
Soms blijkt dat de leerstijltest een behoorlijk asymmetrische verdeling oplevert, zie als voorbeeld de afgebeelde 4havo-klas* met haast allemaal doeners. Dan kun je voor de groepsindeling beter met relatieve leerstijlen werken, zie het klasvoorbeeld.
* Met dank aan Toos van Dijk.
Opdracht voor de volgende les
Heeft elke leerling van de klas een leerstijl (niet-of-wel relatief) en een motivatie-index, geef dan als huiswerk de groepsvorming mee in een opdracht als deze:
Voordat je de volgende les binnenkomt, heb je voor jezelf een groepje geregeld. In dat groepje van 3 à 4 personen zijn minstens drie verschillende leerstijlen vertegenwoordigd. Iemand die tussen twee leerstijlen inzit, kan voor beide doorgaan. Verder mag de motivatie-index niet veel verschillen: A&B of B&C of C&D. Bijvoorbeeld A&B&C is niet toegestaan. Is het niet gelukt, dan deelt je leraar je bij een groepje in. Hij ziet er ook op toe dat iedereen van de klas in een geschikt groepje zit. Wisselen van groepjes is alleen mogelijk vlak na het afleggen van een groepstoets. Dus niet 'tijdens de rit'. En altijd in overleg met je leraar.