Het theekopjesmodel
Van onderwijs schijnt iedereen verstand te hebben. De meesten zien de leerling als een theekopje. Het is zo simpel: je giet de kennis er gewoon in tijdens de les, klassikaal voorgetrokken door de leraar. Heel efficiënt, tegen examentijd is het kopje vol.
Niet dus! Het bovenstaande 'model' doet geen enkel recht aan didactische principes als: Just-in-time principe, Beheersingsleren, Constructivisme, Samenwerkend leren.
Just-in-time principe
Een leerling staat pas open voor nieuwe kennis wanneer hij er aan toe is, op het moment dat hij er een vraag over heeft. Dat is meestal niet wanneer de betreffende stof klassikaal behandeld wordt. (Niet te verwarren met JiTT, een manier om de klassikale les te stroomlijnen.)
Beheersingsleren
Ook wel 'mastery learning' genoemd. Een leerling hoort pas verder te gaan met een nieuw onderwerp als hij het oude voldoende begrijpt. De leerstof wordt daarom in overzichtelijke blokken verdeeld, elk afgesloten met een diagnostische (formatieve) toets. Er is altijd een herkansing mogelijk; dat is wezenlijk voor beheersingsleren.
Constructivisme
Ook wel 'scaffolding' genoemd, gaat ervan uit dat je nieuwe kennis altijd verwerft door die in verband te brengen met oude kennis. Je bevestigt nieuwe kennis als het ware aan de bestaande constructie: een soort steigerbouw. Dat 'construeren' doet een leerling op een actieve manier. Naast lezen of luisteren behelst dat dan ook: zich vragen stellen, schematische overzichten maken, bespreken met of uitleggen aan een ander, met een proef onderzoeken.
Samenwerkend leren
Ook wel 'cooperative learning' genoemd, ofwel groepswerk. Teamwerk is in het beroepsleven (en bij vervolgopleidingen) een belangrijk gegeven. Tel daarbij op de alledaagse ervaring dat je iets pas echt begrijpt als je het aan een ander hebt kunnen uitleggen. Goed georganiseerd groepswerk kenmerkt zich door welbegrepen groepsbelang, individuele aanspreekbaarheid en onderlinge verantwoordelijkheid.
Studiehuis
Tegen het jaar 2000 werd de term 'studiehuis' ingevoerd voor een onderwijsorganisatie waarin de leerlingen zelfstandig hun weg moeten zoeken. Het tegenovergestelde van het theekopjesmodel dus. Maar een leerling in z'n eentje zal eerder verdwalen dan een groepje leerlingen: twee weten meer dan één. We gebruiken dan de term groepswerk.
Wie is er verantwoordelijk voor het leerproces?
De leraar. Hij draagt de verantwoordelijkheid voor het leerproces in de klas. Jaar in, jaar uit. Gaat die taak voelen als een Sisyphusarbeid? Dan zal het zo zijn dat die verantwoordelijkheid niet mede gedragen wordt door de leerlingen. Sisyphus lukt het niet om de steen der verantwoordelijkheid over de top van de heuvel te duwen. Hij wil graag meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen leggen, maar met een, twee stappen lukt dat niet. Die steen rolt pas aan de andere zijde naar beneden wanneer de leerlingen zich veilig voelen in een heel pakket maatregelen die hun los van de leraar houvast geven. Pas dan vindt die steen een nieuwe evenwichtsplek.
Consequenties
Wanneer klassikaal lesgeven de uitzondering wordt in plaats van de regel, ligt de verantwoordelijkheid voor de voortgang van het leerproces plots niet meer bij de leraar maar bij de leerling. Die komt dan misschien vreselijk in de kou te staan. Maar wanneer de leraar terugtreedt, kan de wederzijdse afhankelijkheid binnen een groepje van 3 à 4 leerlingen de afhankelijkheid van de leraar vervangen. Absolute voorwaarde is dat er een leerstructuur aanwezig is die rekening houdt met de vier hiervoor genoemde didactische principes.
Groepswerk
Het blijkt dat groepswerk zich bij uitstek leent voor het toepassen van deze principes. De leraar is niet meer aan het bord gebonden en kan dus op individuele vragen ingaan. Bovendien kan een leerling eerst bij zijn groepje terecht met zijn probleem. Groepstoetsen waarvoor groepscijfers worden gegeven kunnen prima als diagnostische (formatieve) toets fungeren. Tevens dienen die toetsen voor het groepje als controle op de voortgang van hun leerproces en daardoor ook als planningsinstrument. Ze vormen samen met groepsopdrachten een goed middel om een groepsbelang te creëren. Natuurlijk moet een leerling individueel aanspreekbaar blijven op zijn resultaten via de aloude repetities.
Tijdsinvestering
Het zal duidelijk zijn dat de overschakeling op groepswerk een enorme tijdsinvestering betekent. De leerstof moet in blokken worden ingedeeld, met bijbehorend practisch werk; bij elk blok moeten plannings formulieren worden ontworpen; er moeten aanwijzingen bij opgaven beschikbaar zijn; er moeten groepstoetsen worden geschreven en uitwerkingen daarvan. Misschien moeten de practicum instructies worden herschreven. De uitgever van de gekozen lesmethode heeft hopelijk in een deel hiervan voorzien. Voor het overleg binnen de sectie breken gouden tijden aan!
Klassikale les
Groepswerk beslaat natuurlijk nooit 100% van de lestijd. Ook in de klas kan iemand rustig alleen werken, als dat maar past in de afspraken binnen het groepje. Wanneer bij samenwerkend leren groepjes hun eigen voortgang plannen, gaat 'de klas' uit elkaar lopen. Slechts een beperkt aantal onderwerpen leent zich dan nog voor klassikale uitleg. Het blijkt dat zulke momenten - mits tevoren aangekondigd! [video 3'0"] - wel dubbel gewaardeerd worden.
Groepjes samenstellen
Groepswerk staat en valt met vruchtbaar samenwerkende groepjes. Groepjes waarin verschillende leerstijlen vertegenwoordigd zijn, zullen een sterke wisselwerking tussen de groepsleden vertonen: je vult elkaar aan in leerstijl en hebt elkaar veel te vertellen over je manier van aanpak. Bij het samenstellen van groepjes moet je hiermee rekening houden en dat kan goed met behulp van de leerstijlindeling volgens David A. Kolb.