Vooroordeel 1: 'Lui op de bank voor de tv'
Op 5 juni 2016 werd in Zwitserland een referendum gehouden over invoering van een basisinkomen. Uit telefonische interviews bleek 70% van de 1209 ondervraagde Zwitsers het eens met de stelling: "Durch das Grundeinkommen geht der Motivation überhaupt zu arbeiten verloren", zie de figuur.
Bij een gelijktijdige andere Zwitserse enquête [DemoSCOPE] werd gevraagd of de respondent zélf zou overwegen om te stoppen met werken: slechts 10% wilde dat.
High School in Dauphin
In Dauphin (Canada, 10.000 inwoners) werd in de jaren 1974 - 1979 een grootschalige proef gehouden met een basisinkomen voor allen onder de armoedegrens. Zij ontvingen $400 per maand maar van wat ze bijverdienden, werd 50% ingehouden tot een maximuminhouding van $400. Dit had vrijwel geen invloed op de arbeidsdeelname, behalve een kleine afname bij jonge moeders en een duidelijke afname bij 16-18 jarigen. Reden voor de eerste afname was 'meer tijd voor de kinderen'. De tweede afname correspondeerde met een sterk verhoogde high-school deelname. In de figuur is het verschil te zien tussen Dauphin en de omliggende gebieden, precies in de jaren 1974-1979 dat de proef liep.
Uit het bovenstaande blijkt dat de angst voor massaal vrijwillig ontslag bij invoering van het basisinkomen nergens op berust.
Het lijkt erop, dat men denkt: "wél de anderen op de bank, maar ikzelf niet".
Vooroordeel 2: Basisinkomen is onbetaalbaar
Er gaat elk jaar al veel 'gratis geld' naar alle Nederlandse staatburgers, niet alleen in de vorm van uitkeringen als bijstand, AOW of allerlei toe- of bijslagen, maar ook in allelei vormen van belastingaftrek. Voor iedereen, ongeacht inkomen, was dat in 2015 van de orde van €1000 per maand. Zie de bladzijde 'gratis geld' voor de details. Daarbij komen nog de grote besparing die optreedt wanneer bij de uitkeringen de controlerende bureaucratie overbodig wordt. En de te verwachten besparingen op de gezondheidzorg. Zie voor dit laatste het onderzoek van Forget op de bladzijde 'voordelen'.
Welke fiscale maatregelen zijn noodzakelijk om het basisinkomen te kunnen invoeren?
Er zijn al veel schattingen gedaan over de kosten van een onvoorwaardelijk individueel basisinkomen. In 2020 nog door Alfred Kleinknecht onder de aan duidelijkheid niets overlatende titel: ‘Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een doodlopende weg’. Maar in 2022 stelde Wim van Tilborg: ‘Basisinkomen kan budgetneutraal worden ingevoerd’.
Van Tilborg stelt een basisinkomen voor ter hoogte van 70% van het minimumloon, het bedrag dat een alleenstaande ontvangt als bijstands - of AOW-uitkering. Kinderen tot 21 jaar ontvangen €1500 per jaar, de overheid zorgt voor gratis kinderopvang en verlies van toeslagen wordt gecompenseerd. Hij becijfert dan een jaarlijkse kostenpost van G€191 (1 G€ = 1 miljard €). Aan de batenkant komt G€29 met het afschaffen van de bijstand en van alle toe- en bijslagen. Daarmee komt van Tilborg op een begrotingsgat van G€162 dat fiscaal moet worden opgevangen.
Hij 'vergeet' daarbij echter alle belastingvoordelen die in feite worden ingeruild voor het basisinkomen. En Van Tilborg laat de 67+ers hun AOW gewoon houden naast het basisinkomen. Laten we om te beginnen dit wel erg genereuze gebaar weg, dan scheelt dat (in 2023) G€48. Bij de fiscus ontstaan baten door opheffing van alle heffingskortingen, zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling (G€33) en de opheffing van de hypotheekrenteaftrek (G€14). Tevens kan de studiefinanciering worden afgeschaft (G€3) en wordt een deel van de WW-, WAO- en ZW-uitkeringen en Wajong overbodig (G€12). Rest nog een geschatte besparing (G€5) op alle controletaken die voortvloeien uit de participatiewet én de kostendelersnorm. In totaal maakt dit G€115 aan extra baten. Daarmee wordt het begrotingsgat gereduceerd tot G€47. Overigens kost het betrekken van de groep van 18 tot 21 jaar bij het basisloon maar G€6 extra.
Vanwege een recente uitspraak van de Hoge Raad moeten vermogensrendementen reëel en niet forfaitair worden belast. Bovenop deze fiscale verandering stelt Van Tilborg voor om een vermogensaanwas belasting in te voeren op obligaties, aandelen en onroerend goed. Met een mogelijke opbrengst van G€50 is er dan geen verdere belastingverhoging ten behoeve van het basisinkomen meer nodig. In zijn artikel laat hij zien dat - vanwege het ontvangen van het basisinkomen - alleen de rijkste 10% huishoudens er licht op achteruitgaan.
G€50 lijkt een hoop geld om jaarlijks uit te geven aan de invoering van het basisinkomen. Aan de andere kant, bedenk nog eens hoe bij zowel de financiële crisis van 2008 als bij de Coronacrisis de tientallen G€’s ons om oren vlogen om de banken voor omvallen te redden of om de volksgezondheid en de economie in stand te houden.
Het basisinkomen is dus goed betaalbaar.
Dat was het al in 2014, zie de video.
Waar wachten we nog op!