Geleidelijke invoering
De invoering van een basisinkomen is een stelselwijziging die diep ingrijpt in de openbare financiën. Alle burgers ontvangen nu al veel 'gratis geld' van de overheid in de vorm van allerlei uitkeringen, toeslagen, belastingvoordelen, ...
Bij invoering van een OIBi zal het onmogelijk zijn om iedereen op hetzelfde bedrag te laten uitkomen. Om te grote schokken te vermijden, zal invoering in stappen moeten gebeuren. De Vereniging Basisinkomen stelt bijvoorbeeld een plan voor waarbij in vier jaar voor alle burgers het OIBi is ingevoerd. In het onderstaande wordt op een geheel andere manier een geleidelijke invoering voorgesteld, over een periode van 24, 16 of misschien 8 jaar.
De AOW en verder
Sinds 1957 kent Nederland de AOW, een onvoorwaardelijke uitkering aan alle staatsburgers die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben. De AOW bedraagt tegenwoordig 70% van het minimumloon. Het is géén individuele uitkering, want zij die een gezamenlijke huishouding voeren, worden gekort tot 50% van het minimumloon. Maar dat is ook haast het enige dat de AOW van een OIBi onderscheidt: bijverdienen bijvoorbeeld is toegestaan.
Dit vertrekpunt wordt gesteund in een interview uit 2017 door Pauw van Antoinette Hertsenberg en Annemarie van Gaal. Zie de video.
Om bij invoering van het OIBi de AOW als vertrekpunt te nemen, moet als eerste stap de AOW individueel worden gemaakt door afschaffing van de partnerkorting. Tegelijk moeten de pensioen- en de AOW-leeftijd worden ontkoppeld en de AOW-uitkering worden opgevat als OIBi.
In volgende stappen kan de OIBi-leeftijd (voormalige AOW-leeftijd) worden verlaagd met bijvoorbeeld 1 jaar per halfjaar. U rekent goed, na verloop van 6 jaar bereikt iemand van 55 jaar de OIBi-leeftijd. En tussen 55 en 65 jaar is volgens het CBS de kans op een laag inkomen het grootst, zie het rode deel in het diagram.
Invoering Stap 1
De AOW wordt op 1 januari . . . . (vul maar in) individueel gemaakt door afschaffing van de partnerkorting. Tegelijk moeten de pensioen- en de AOW-leeftijd worden ontkoppeld en de AOW worden opgevat als OIBi. De 'tandenborstel'-controle vervalt, evenals de hypotheekrente aftrek. De pensioenleeftijd kan gewoon volgens de al bestaande praktijk de levensverwachting volgen.
Bij een OIBi van €1200 per maand (peil 2018) plus vergoeding van de basiszorgverzekering (ca. €120) verandert er weinig voor alleenstaande AOW-ers. Mét partner gaat men er p.p. ca. €350 op vooruit. Aangezien dit ca. 2 miljoen mensen betreft, levert dit een gat in de begroting op van ca. 7 miljard euro waarvoor dekking moet worden gevonden op een begroting van 260 miljard euro.* Vergelijk dit ook met de 14 miljard euro waarmee de staat plotseling in 2008 de banken moest redden.
* Euro's van 2015. Ter vergelijking: In 1957 werd de AOW ingevoerd als opvolger van de Noodwet Ouderdoms voorziening uit 1947. In 1957 stegen de betreffende overheidsuitgaven in één klap van 369 naar 739 miljoen gulden. Voor de totale begroting van 7500 miljoen gulden betekende dit toen een klap van ca. 5%.
Invoering Stappen 2 en volgende
Vanaf het tweede jaar wordt de OIBi-leeftijd (voormalige AOW-leeftijd) verlaagd met 1 jaar per halfjaar. Voor ieder die de OIBi-leeftijd bereikt, vervallen dus alle uitkeringen, toeslagen en fiscale voordelen en gaat het basisinkomen in. Dan is na verloop van 24,5 jaar de OIBi-leeftijd 18 jaar en heeft dus iedere volwassene een basisinkomen van 70% van het minimumloon.
Gaandeweg
Uit stap 1 en uit de bladzijde 'financiering' blijkt wel, dat er fiscale aanpassingen moeten plaatsvinden om het basisinkomen te financieren. Vanwege het wegvallen van de sociale recherche en andere controlerende instanties wordt er gerekend op een besparing van ca. 5 miljard euro. Besparingen op de gezondsheidszorg (zie 'Dauphin') of anderszins zullen tijdens de rit moeten blijken. Het zal in een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij de hypotheekrente aftrek, nodig zijn om overgangsmaatregelen te treffen. Het voordeel van het geleidelijk invoeren van het OIBi is, dat er tussentijds kan worden bijgestuurd.
Een sneller alternatief
De invoering van het basisloon kan desgewenst worden versneld door voor alle 18-jarigen het OIBi als een blijvend recht in te voeren. Na verloop van 16,5 jaar is dan het gat gesloten. De 'jongkies' dan 34 en de 'oudjes' ook, ofwel die hebben dan het OIBi al! Het is trouwens goed denkbaar dat halverwege de invoering besloten wordt om de rest maar in één keer in te voeren.